kruistocht
Jump to navigation
Jump to search
Dutch[edit]
Pronunciation[edit]
Etymology 1[edit]
From kruis (“cross”) + tocht (“journey”). First attested in 1700.
Noun[edit]
kruistocht m (plural kruistochten, diminutive kruistochtje n)
- (history) crusade, a Christian holy war
- Synonym: kruisvaart
- De achtste kruistocht eindigde zonder veel succes. ― The eighth crusade ended without much success.
- De kruistochten hadden een diepe invloed op de middeleeuwse geschiedenis. ― The crusades had a profound impact on medieval history.
- (figurative) quest, 'sacred' cause, notably against some evil.
- Hij is op een persoonlijke kruistocht tegen corruptie. ― He is on a personal crusade against corruption.
Descendants[edit]
- Afrikaans: kruistog
Etymology 2[edit]
Compound of kruisen (“to cross”) + tocht (“journey”).
Noun[edit]
kruistocht m (plural kruistochten)