uikoepel

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Etymology[edit]

From ui (onion) +‎ koepel (dome).

Pronunciation[edit]

  • IPA(key): /ˈœy̯.ˌku.pəl/
  • Hyphenation: ui‧koe‧pel

Noun[edit]

uikoepel m (plural uikoepels, diminutive uikoepeltje n)

  1. (architecture) onion dome
    • 1947, Jan de Jong, Handboek der kerkgeschiedenis: tweede deel. De middeleeuwen (692-1517), 457.
      Een exotische kostbaarheid en een dikwijls halfbarbaarsche vorm- en kleurenrijkdom kenmerken den nationaal-Russischen kerkbouw : de hooge vrijstaande klokketorens geven echter overal met de drie aaneengereide absiden, de vijf vergulde uikoepels en hun hooge, in kabels rechtopgehouden kruisen, een silhouttenspel van groote schoonheid.
      (please add an English translation of this quotation)