geparkeerd

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Pronunciation[edit]

  • Audio:(file)

Participle[edit]

geparkeerd

  1. past participle of parkeren

Declension[edit]

Declension of geparkeerd
uninflected geparkeerd
inflected geparkeerde
positive
predicative/adverbial geparkeerd
indefinite m./f. sing. geparkeerde
n. sing. geparkeerd
plural geparkeerde
definite geparkeerde
partitive geparkeerds