gepropageerd

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

gepropageerd

  1. past participle of propageren

Declension

[edit]
Declension of gepropageerd
uninflected gepropageerd
inflected gepropageerde
positive
predicative/adverbial gepropageerd
indefinite m./f. sing. gepropageerde
n. sing. gepropageerd
plural gepropageerde
definite gepropageerde
partitive gepropageerds