hondenbaan
Jump to navigation
Jump to search
Dutch[edit]
Etymology[edit]
Compound of hond (“dog”) + -en- + baan (“job”).
Pronunciation[edit]
Noun[edit]
hondenbaan f (plural hondenbanen, diminutive hondenbaantje n)
Compound of hond (“dog”) + -en- + baan (“job”).
hondenbaan f (plural hondenbanen, diminutive hondenbaantje n)