ravenzwart

Dutch

Etymology

From raven +‎ zwart.

Pronunciation

• Audio

  (file)

• Hyphenation: ra‧ven‧zwart

Adjective

ravenzwart (comparative ravenzwarter, superlative ravenzwartst)

1. raven (color)

Inflection

Declension of ravenzwart
uninflected	ravenzwart
inflected	ravenzwarte
comparative	ravenzwarter
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		ravenzwart	ravenzwarter	het ravenzwartst het ravenzwartste
indefinite	m./f. sing.	ravenzwarte	ravenzwartere	ravenzwartste
	n. sing.	ravenzwart	ravenzwarter	ravenzwartste
	plural	ravenzwarte	ravenzwartere	ravenzwartste
definite		ravenzwarte	ravenzwartere	ravenzwartste
partitive		ravenzwarts	ravenzwarters	—

See also

Colors in Dutch · kleuren (layout · text)

wit	grijs	zwart
rood; karmijnrood	oranje; bruin	geel; roomwit
groengeel/limoengroen	groen
blauwgroen/cyaan; groenblauw/petrolblauw	azuurblauw	blauw
violet; indigo	magenta; paars	roze