scheit

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Etymology[edit]

Blend of schaap +‎ geit.

Pronunciation[edit]

Noun[edit]

scheit f (plural scheiten, diminutive scheitje n)

  1. shoat (sheep-goat hybrid)
    Synonym: gaap
    • 2011 May 17, “Zo ziet een gaap eruit”, in AD:
      Een andere zeldzame variant is de scheit. Dat is de nakomeling van een geitenvrouwtje (sik) en een mannetjesschaap (ram).
      (please add an English translation of this quotation)