verdraaien

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Etymology[edit]

From ver- +‎ draaien.

Cognate to English forthrow & German verdrehen.

Pronunciation[edit]

  • Audio(file)
  • Rhymes: -aːi̯ən

Verb[edit]

verdraaien

  1. to twist, to contort
  2. to twist, distort (the truth, one's words etc.)

Inflection[edit]

Inflection of verdraaien (weak, prefixed)
infinitive verdraaien
past singular verdraaide
past participle verdraaid
infinitive verdraaien
gerund verdraaien n
present tense past tense
1st person singular verdraai verdraaide
2nd person sing. (jij) verdraait verdraaide
2nd person sing. (u) verdraait verdraaide
2nd person sing. (gij) verdraait verdraaide
3rd person singular verdraait verdraaide
plural verdraaien verdraaiden
subjunctive sing.1 verdraaie verdraaide
subjunctive plur.1 verdraaien verdraaiden
imperative sing. verdraai
imperative plur.1 verdraait
participles verdraaiend verdraaid
1) Archaic.

Synonyms[edit]

Descendants[edit]

  • Negerhollands: verdraai
Retrieved from "https://en.wiktionary.org/w/index.php?title=verdraaien&oldid=70192811"