voetafdruk

Dutch

Etymology

From voet +‎ afdruk.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈvut.ɑfˌdrʏk/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: voet‧af‧druk

Noun

voetafdruk m (plural voetafdrukken, diminutive voetafdrukje n)

1. footprint

   We zagen een voetafdruk in het zand.

   We saw a footprint in the sand.

   De voetafdrukken leidden ons naar de verdwenen kampeerder.

   The footprints led us to the missing camper.

   Zijn voetafdruk was duidelijk zichtbaar in de verse sneeuw.

   His footprint was clearly visible in the fresh snow.